Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft bekend gemaakt dat er 40 miljoen euro wordt uitgetrokken voor elektrische bussen. Vanaf komend jaar krijgen provincies en regio’s die verantwoordelijk zijn voor het busvervoer, 40 miljoen euro om schone bussen te kopen. Dit betekent dat het kabinet extra geld uittrekt voor zo’n 800 tot 1600 elektrische bussen én bussen op waterstof.
Duurder in de aanschaf, maar kosten uiteindelijk minder
Demissionair staatssecretaris Stientje van Veldhoven stelt dat de gezamenlijke ambitie is om in 2030 helemaal schoon te rijden. Toch zijn er vele OV-partijen die op dit moment, vooral door de effecten van corona, aanhikken tegen de benodigde investeringen. De bussen zijn duurder in de aanschaf, maar kosten uiteindelijk minder om te laten rijden.
Ongeveer een kwart van de bussen in het stads- en streekvervoer is volgens het ministerie nu al schoon. Dit zou betekent dat dankzij de regeling straks ongeveer 40 tot 50 procent van de busvloot – ervan uitgaande dat de totale vloot even groot blijft – op accu’s of waterstof rijdt. Deze regeling loopt tot 2024 en daarna is er nog vijf jaar de tijd om de rest van de bussen te vervangen.
Schonere lucht en minder herrie
Vanaf 1 januari is het mogelijk voor regio’s om een aanvraag in te dienen en zo aanspraak te maken op het geld. Voorwaarden is wel dat ze moeten laten zien dat er per nieuwe bus ten minste 45.000 dieselkilometers worden bespaard. Normaal wordt er pas geïnvesteerd als er nieuwe concessies afgesloten worden, maar het idee is dat nu ook al geïnvesteerd wordt terwijl de al verstrekte vergunningen voor het openbaar vervoer (de concessies dus) nog lopen.
Niet alleen zijn schonere bussen alleen van belang om de klimaatdoelen te behalen, benadrukt Van Veldhoven. Stillere en uitstootvrije bussen zijn fijn voor de reizigers, de chauffeur en voor omwonenden met schonere lucht en minder herrie.